Myostatinetekort: Superkracht of Biologische Valstrik?
In een maatschappij waarin spiermassa, kracht en een ‘fit’ uiterlijk als ideaal worden gezien, lijkt het uiterlijk van mensen met een myostatinetekort opmerkelijk dicht in de buurt te komen van wat velen nastreven. Deze groep ontwikkeld van nature een sterk gespierd lichaam, zonder training of supplementen.

Maar wat betekent het eigenlijk, biologisch en medisch, om géén functionerende myostatine te hebben? En is deze genetische mutatie werkelijk zo gunstig als het op het eerste gezicht lijkt?
De natuurlijke spierremmer van je lichaam
Myostatine (ook bekend als Growth and Differentiation Factor 8) is een eiwit dat de spiergroei in het lichaam remt. Het wordt voornamelijk aangemaakt in de skeletspieren en speelt een belangrijke rol in het reguleren van de spiergroei. Myostatine behoort tot de TGF-β-familie, een groep eiwitten die betrokken is bij celgroei, ontwikkeling en onderhoud.
In het lichaam ontstaat myostatine eerst als een inactief voorlopereiwit, bestaande uit meerdere onderdelen. Eén daarvan, het propeptide, houdt het actieve deel tijdelijk uitgeschakeld. Dit inactieve complex circuleert in het bloed en wordt pas actief als het propeptide wordt losgemaakt, bijvoorbeeld door enzymatische processen.
Zodra het actieve myostatine vrijkomt, bindt dit eiwit aan receptoren op spiercellen. Dit zijn met name de activine type 2-receptoren. Die binding zet een remmend signaal in gang, waardoor spiergroei wordt onderdrukt. Hoewel dit mechanisme vooral belangrijk is tijdens de ontwikkeling vóór de geboorte, blijft het ook bij volwassenen een rol spelen in het reguleren van de spiermassa.
Gelukkig heeft het lichaam ook natuurlijke remmers die de werking van myostatine controleren. Dit zijn bijvoorbeeld het propeptide zelf (negatieve feedback), maar ook aan het follistatine-achtige genproduct (FLRG). Deze stoffen zorgen ervoor dat myostatine grotendeels inactief blijft. Ruim 70% van de myostatine in het bloed is gebonden en dus niet actief. Dat benadrukt hoe nauwkeurig het lichaam deze balans bewaakt tussen spieropbouw en spierafbraak.
Wat gebeurt er als die rem wegvalt?
Een myostatinetekort ontstaat meestal door een genetische verandering in het myostatinegen (gelegen op chromosoom 2q32.2), wat leidt tot de afwezigheid of inactiviteit van het myostatine-eiwit. Dit resulteert in het typerende fenotype: overmatige spiergroei, zelfs zonder training, vaak gepaard met een lager vetpercentage.
Uit muizenstudies met muizen zonder functioneel myostatine (de zogeheten “mighty mice”) werd een extreme toename van spiermassa geconstateerd. Deze spiergroei bleek het gevolg van zowel hyperplasie (meer spiervezels) als hypertrofie (grotere spiervezels). Naast hun gespierde uiterlijk vertoonden de muizen een normaal en gezond functioneren.
Een ander bekend voorbeeld in de veeteelt is het Belgisch Blauwe rund, dat door een mutatie in het MSTN-gen opvallende spierbundels ontwikkelt. Hoewel dit ras efficiënt spiermassa opbouwt en relatief weinig vet en botweefsel heeft, gaat de extreme spierontwikkeling gepaard met nadelen, zoals verminderde vruchtbaarheid en een verhoogd risico op complicaties bij de geboorte.
Ook bij mensen komt een myostatinetekort voor, al is het uiterst zeldzaam. Een goed gedocumenteerd geval betrof een kind met een mutatie in beide kopieën van dit gen, wat leidde tot vrijwel volledige afwezigheid van myostatine in het bloed. Al bij de geboorte had dit kind opvallend goed ontwikkelde spieren en uitzonderlijke kracht. Op jonge leeftijd kon hij al zware voorwerpen tillen die ver boven het normale niveau voor zijn leeftijdsgenoten lag.
Volledige MSTN-mutaties zijn bij mensen extreem zeldzaam, maar genetische varianten zoals SNP’s (single nucleotide polymorphisms) kunnen ook een subtiel effect hebben op spierontwikkeling en sportprestatie. Een voorbeeld is de niet-synonieme variant rs1805086 (c.458A>G, p.Lys153Arg), die mogelijk samenhangt met spierkracht, vetmassa en sportprestaties, al blijven de onderzoeksresultaten inconsistent. Een andere variant, de intronische deletie rs11333758, komt relatief vaker voor bij duursporters, mogelijk vanwege een subtiele invloed op MSTN-expressie.
Myostatinetekort als voordeel
Een tekort aan myostatine levert in veel gevallen opvallende voordelen op, zowel visueel als medisch. Het meest opvallend is de toename in spiermassa: mensen (en dieren) met een myostatinetekort ontwikkelen van nature grotere en sterkere spieren, zonder intensieve training of supplementen. Daarbij hoort vaak ook een lager vetpercentage, wat bijdraagt aan het atletische uiterlijk.
Ook medisch zijn de potentiële voordelen groot. Onderzoek bij proefdieren heeft aangetoond dat myostatinetekort kan zorgen voor sneller herstel na spierschade. Dit heeft geleid tot interesse in myostatineremmers als mogelijke behandeling bij spierziekten zoals Duchenne spierdystrofie, spinale musculaire atrofie en ouderdomsgerelateerd spierverlies (sarcopenie). In klinische studies wordt bovendien gekeken naar toepassingen bij kankergerelateerde spierafbraak (cachexie).
Ook lijkt de combinatie van verhoogde spiermassa en beweging de botdichtheid en botsterkte te verbeteren (wat een belangrijk voordeel voor mensen met zwakke botten zou kunnen zijn). Daarnaast zijn er aanwijzingen dat myostatinetekort bij ernstige infecties zoals sepsis een beschermend effect heeft: het verbetert overleving, vermindert ontstekingsreacties en voorkomt schade aan organen zoals de lever en de nieren.
Maar is meer spier altijd beter?
Hoewel de voordelen indrukwekkend lijken, is een tekort aan myostatine allesbehalve zonder nadelen. Allereerst blijkt dat meer spiermassa niet automatisch leidt tot meer kracht. Uit dieronderzoek blijkt dat de ‘specifieke kracht’ (de kracht per volume spierweefsel) juist lager ligt. De spieren zijn groter, maar functioneren minder efficiënt, met verminderde krachtproductie en uithoudingsvermogen tot gevolg.
Een belangrijke onderliggende oorzaak hiervan is mitochondriale disfunctie. Myostatinetekort gaat gepaard met een afname in het aantal mitochondriën per volume, verminderde energieproductie en verhoogde vermoeibaarheid tijdens inspanning. Ook de oxidatieve capaciteit van spiercellen neemt af, wat invloed heeft op het uithoudingsvermogen.
Daarnaast zijn er verstoringen in de vetstofwisseling vastgesteld. Zo vertonen spieren van myostatinedeficiënte muizen afwijkingen in vetzuurverwerking en celmembraansamenstelling. Deze metabole veranderingen kunnen op termijn bijdragen aan insulineresistentie en andere stofwisselingsproblemen.
Langdurig myostatinetekort blijkt bovendien een negatieve invloed te hebben op gewrichten en bindweefsels. Muizen vertoonden op latere leeftijd gewrichtsafwijkingen, ontstekingen rond de enkels, en verminderde flexibiliteit. Ook hun pezen, zoals de achillespees, waren korter, dikker en gevoeliger voor beschadiging. Deze resultaten roepen serieuze vragen op over de veiligheid van langdurige myostatineremming.
Daarnaast zijn er in de spiercellen van myostatine-deficiënte muizen abnormale structuren aangetroffen, zogenaamde tubulaire aggregaten. Deze ophopingen kunnen wijzen op een verstoorde organisatie van het sarcoplasmatisch reticulum, mogelijk met gevolgen voor de calciumhuishouding en de spiercontractie.
Tot slot: het feit dat myostatine van nature bestaat, is geen toeval. Biologische systemen draaien om balans. Een lichaam zonder spierremmen klinkt aantrekkelijk, maar kan uiteindelijk meer schade dan voordeel opleveren.
Tussen hoop en hype: wat myostatine ons écht laat zien
De belofte van myostatineremmers is groot. Voor mensen met spierziekten kunnen ze het verschil maken tussen afname en behoud van kracht, tussen achteruitgang en enige vorm van herstel. Tegelijkertijd schuilt er verleiding in: de middelen worden ook buiten de kliniek gezocht, als shortcut naar een gespierder lichaam of betere prestaties. De lijn tussen behandelen en verbeteren wordt daarmee dun.
Myostatine laat zien hoe ingewikkeld die grens kan zijn. We leven in een tijd waarin fysieke perfectie veel aandacht krijgt, waarin sterker en gespierder bijna synoniem zijn geworden met succes. Dat maakt het begrijpelijk dat een ‘uitgeschakelde spierrem’ zo tot de verbeelding spreekt. Maar niet elke vorm van vooruitgang is vanzelfsprekend wenselijk, en niet elk genetisch voordeel komt zonder prijs.
Meer lezen over hoe je uiterlijk wordt beïnvloed? Lees dan ons blog over het Dorian Gray-effect.